De dorpjes van Cinque Terre

De volgende ochtend is het druilerig en zijn we blij dat we verder zuidwaarts kunnen reizen, richting Genua. We landen in Deiva Marina, dat aan de mooie rotsige kust van Ligurië ligt en waar we vriendelijk worden ontvangen. Gelukkig hadden we vooraf een plaatsje gereserveerd op camping Valdeiva. Het aantal campings in deze omgeving is beperkt, evenals het aantal beschikbare staanplaatsen zodat de campings snel vol zijn.

De medewerkers van de camping halen en brengen hun gasten naar het strandje en het station als je dat wilt, die op zo’n twee kilometer van de camping liggen. We maken er uiteraard graag gebruik van als we de dorpjes van Cinque Terre willen bezoeken. De vijf autoluwe, kleine dorpjes liggen tegen de rotsen van de Middellandse zee gedrapeerd en zijn via het spoor en een wandelpad met elkaar verbonden. Die wandelpaden zijn overigens niet allemaal open omdat een modderstroom ze een paar jaar geleden heeft verwoest. We bezoeken de dorpjes alle vijf in één dagtrip. Het wandelen laten we graag over aan meer geoefende wandelaars want de dag is zo al zwaar genoeg. Zeker als blijkt dat we bij het middelste dorpje – Corniglia – na aankomst van de trein als een haas in het taxibusje hadden moeten springen. Corniglia ligt namelijk op een klif en om er te komen moet je 382 traptreden overwinnen. Zo heeft elk plaatsje zijn eigen sfeer en verrassingen. Vernazza, dat we vanuit Monterosso met de boot benaderen, is klein maar ligt prachtig rond een haventje. In Manarola liggen de bootjes in de hoofdstraat te wachten op gebruik, zoals bij ons de auto’s in de straat staan geparkeerd. Maar het meeste indruk laat bij ons toch Riomaggiore na. Het was een lange dag en de terugtocht per trein is warm en druk, maar het was zeer de moeite waard.

Het is maar een kleine sprong naar ons volgende verblijf: camping Italia in Torre del Lago Puccini. Alleen al voor de plaatsnaam zou je er gaan staan! Mooier bestaat toch niet? Torre zelf is minder mooi als haar naam en ligt tussen de zee en het Lago di Massaciuccoli in. Aan het lago had Puccini een huis. Dat huis is te bezichtigen en er worden ook openluchtconcerten gegeven. De camping biedt volop plaats en kent geen genummerde plaatsen, waardoor je je eigen plek kunt creëren en de ruimte kunt nemen. De camping ligt een goeie kilometer van het strand. Behalve op zondag – dan gaan alle Italianen naar het strand – is er voldoende parkeerruimte en ook op het strand is voldoende ruimte.

Verder is Pisa een niet meer dan aardige stad met veel winkels. Met uitzondering dan van de rivier de Arno, met fraaie, statige gevels aan weerskanten, die indrukwekkend door de stad stroomt. Nee, dan Lucca. Natuurlijk, de bouwstijlen zijn in grote lijnen hetzelfde. Maar de sfeer is heel anders. Wel toeristisch, maar Lucca leent zich om te slenteren door de straatjes, over de pleinen en de brede ommuring. Lucca kun je ook heel goed per fiets ontdekken en dat gebeurt dan ook volop. Lucca is binnen de muren van de oude stad in zijn geheel mooi, maar zijn een paar hoogtepunten aan te wijzen. Zoals het mooie Piazza San Michele en het Piazza Anfiteatro. Op dit ovale, bebouwde plein is het oude anfiteatro dat door de Romeinen is gebouwd, nog goed herkenbaar. Genieten!

Lijken de dorpjes van de Cinque Terre je ook wel wat? Deze campings liggen op een steenworp afstand!