Reisverhaal: Vakantie in Slovenië
Ontdek & boek je volgende camping
Gasten: 2
Volwassenen
Kinderen
Leeftijd van de kinderen bij uitchecken:
Om de twee pubers nog mee te krijgen op vakantie, gaan we met een grote camper op stap. Groot en luxe, dat vinden ze wel fijn! Nu nog zorgen dat ieders vakantiewensen aan bod komen. In de praktijk betekent dat buitensport, natuur, cultuur en strand. In Slovenië schijnt dat allemaal binnen handbereik te zijn.
Met mijn vrachtwagenrijbewijs kan ik een kampeerauto die de 3,5 ton overschrijdt besturen en, zoals vaak met kampeerauto’s, neemt met het gewicht de grootte en de luxe toe. Na de uitleg bij de fabriek in het Duitse Sprendlingen, koersen we met een Eura Mobil Integra Line richting Slovenië. In de namiddag parkeren we het slagschip op een camperplaats bij Mainstockheim. Hoewel de routeplanner van de ‘Stellplatz-Radar’ app ons in eerste instantie verkeerd stuurt – we belanden op een zeer smal weggetje waar keren onmogelijk is en het zweet breekt me uit – komen we uiteindelijk toch aan op een groot veld aan de Mainz-rivier. Hier staan alleen maar campers, de meeste nog groter dan de onze. We hoeven ons dus niet te generen. Waterpas stellen, luifeltje uitdraaien, kamperen maar.
Rotsen en ravijnen
Bij de Oostenrijkse grens koop ik een zogeheten Go-mautsystem, een verplicht kastje voor vrachtwagens en bussen om tol te betalen in Oostenrijk. Omdat het behoorlijk druk is op de weg, nemen we bij de grens de toeristische route via het Italiaanse Tarviso. Het is ook de kortste route naar het Sloveense Kobarid, het eerste doel van onze reis. De wegen worden steiler en smaller, de panorama’s mooier. Is dit wel een goed idee? Overhangende rotsen en vangrails met diepe ravijnen wisselen elkaar af. Een grote touringcar nadert! Met ingeklapte spiegels passeren we elkaar! Dat kan net! Opgelucht haal ik weer adem. Als hier een bus de pas over kan rijden dan kunnen wij dat ook met onze camper.
Ongeschonden komen we aan in Kobarid, waar nog een laatste proeve van bekwaamheid wacht. Om de camping Kamp Lazar te bereiken moet ik een heel smal, bochtig weggetje in, met overhangende rotsen en een hekwerk langs de diepe kloof van de Soça. Vrouwlief houdt het tegemoetkomende verkeer tegen, dochter kijkt naar de rotsen, zoon naar de reling en ik links en recht in de spiegels. Zonder schade rijden we de camping op waar we het geluk hebben op een van de mooiste plekken te mogen staan. En dat zonder reservering (want dat kan daar gewoon niet).
Klimmen en klauteren in Kobarid
Kobarid is het centrum van de buitensport en camping Lazar de plek waar sportief Slovenië zich verzamelt. In een paar dagen tijd gaan we wandelen, raften, parapenten en mountainbiken. Het stadje ligt aan de Soça, een smeltwaterrivier met diepe kloven en helder, azuurblauw water. Hoewel de temperatuur op de camping zo eind juli oploopt naar boven de dertig, is zwemmen in de koude bergrivier bijna niet te doen. Pootje baden en poedelen volstaat ook om af te koelen. Qua cultuur biedt Kobarid een museum over de Eerste Wereldoorlog. De ‘Wandelroute van de Vrede’ leid je langs historische restanten uit deze periode. Vanaf de camping loopt een sprookjesachtig pad met hangbrug naar de waterval van Kozjak, in het weekend een echte publiekstrekker! Hier valt het water twintig meter naar beneden in een diep uitgesleten kloof waar allerlei bijzondere plantjes en mossen groeien tegen steile, kalkrijke hellingen.
Yaroslav is een Sloveense Rus die al meer dan tweehonderd duosprongen heeft gemaakt met parapente: je rent met een parachute een berghelling af en dan zweef je – samen met Yaroslav – naar beneden. Op een heuvel bij Tolmin wachten we op de juiste thermiek. Eerst dochter Teuntje, daarna zoon Loet. Dat gaat goed. Daarna ben ik aan de beurt. Ik voel geen angst, maar het is vooral lang wachten op de juiste wind. Half struikelend rennen we tegelijk de helling af. Opeens zweven we. Ik zwaai naar mijn dierbare fans beneden en geniet van het uitzicht en de stilte tijdens het zweven.
Gezellige terrassen in Ljubljana
Zo. Buitensport en natuur kunnen we afvinken. Op naar cultuur. We rijden met ons huis naar Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië. Ik heb veel goede verhalen gehoord over deze stad en in de paar dagen dat we verblijven op de nabijgelegen camping Ljubljana Resort Hotel & Camp blijken alle verwachtingen te kloppen. Het centrum is één groot terras met restaurantjes en cafeetjes die uitkijken op de rivier die door de stad loopt. Door de winkelstraten flaneren jongeren langs de gevels van grote modeketens.
Hier en daar een straatmuzikant, wat straattheater en overal terrasjes tussen de barokke panden met een Italiaans-Oostenrijkse bouwstijl. De sfeer is relaxed, beleefd, onthaast. Het weerspiegelt de ziel van de twee miljoen Slovenen die in dit kleine, bergachtig en dichtbebost landje wonen.
Relaxen
Tijd voor het laatste gedeelte: strand! Daarvoor rijden we door naar Kroatië, naar het eiland Krk, want Slovenië heeft op dat vlak niet zo heel veel te bieden, al grenst het in het westen wel een stukje aan de Adriatische zee. Vanuit Ljubljana gaat het zuidwaarts. Onderweg pakken we de spectaculaire grotten van Škocjansk Jame nog even mee. Deze grotten zijn niet zo populair als die in Postojna, maar ze zijn minstens even indrukwekkend met druippilaren zo hoog als een torenspits en grotkamers zo groot als een half stadion.
Op Krk hebben we geluk. Op de gelijknamige camping bij het gelijknamige stadje blijkt onze gereserveerde plek pal aan het water te liggen. Dat komt van pas want het kwik stijgt tot tegen de veertig graden. We duiken zo uit de camper het knalblauwe water in. In de ochtend snorkelen, in de middag een cocktailtje in de schaduw van de campingbar en ’s avonds met de campingtaxi naar het oude centrum van Krk. Een beetje slenteren, een terrasje pakken, een ijsje eten. De dagen die volgen zijn identiek. En hiermee kunnen we onze laatste wens afvinken. De vakantie is voor het hele gezin geslaagd!
Lijkt een vakantie in Slovenië je wel wat? ANWB Camping raadt je de onderstaande campings aan.